De klim vanuit Linthal naar de Klausenpas bestaat uit drie delen, namelijk eerst acht kilometer serieus klimmen (7-8%), dan zes kilometer licht omhoog fietsen (0-4%) en ten slotte weer zeven kilometer serieus klimmen (7-8%). De rit voert door een imposant landschap van steile en hoge bergen. In het eerste, klimmende deel heeft men daar minder zicht op omdat de weg nog laag en veelal in de bossen ligt. Echter vanaf het begin van het gemakkelijke middenstuk, de Urner Boden, is het landschap open zodat de toppen volop zichtbaar zijn. Aan de rechterzijde van de weg bevindt zich in de lengterichting van het dal een doorlopende steile rotswand van grijs gesteente, waarvan de Ortstock (2716 meter) het hoogste punt vormt. Aan de linkerzijde zijn de bergen minder steil maar meer bedekt met sneeuw. Het hoogste punt is hier de Clariden (3267 meter), ter hoogte van de pas. Het lijkt erop dat de Zwitserse wegenbouwers voor de aanleg van de weg de opdracht gekregen hebben om de helling zo min mogelijk te laten variëren. In het eerste deel van de rit hellen alle 500 meter segmenten 7 of 8%, op het eerste segment na. Voor de laatste zeven kilometer geldt hetzelfde, met uitzondering van 2 segmenten, die 6 en 9% hellen. Hebben de ingenieurs zich hier vergist? Overigens zij gezegd dat de weg veelal van prima kwaliteit is en niet erg druk.