De zuidzijde van de Gavia is een van de mooiste beklimmingen van de Alpen dankzij de prachtige entourage van bergen en bos maar zeker ook dankzij de weg, die in de laatste tien kilometer zo smal is dat auto's elkaar op veel plaatsen niet kunnen passeren. De Gavia is ook nog eens na de Stelvio de hoogste pas in Italië (2618 meter). Legendarisch is de rit over de Gavia tijdens de Giro d'Italia van 1988 geworden, toen het sneeuwde terwijl de renners de pas passeerden. De rit begint waar de weg naar de Gavia de Torrente Frigidolfo oversteekt, net ten noorden van Ponte di Legno. Tijdens de eerste vijf kilometer is er wel een vrije steile passage (maximaal 9%) maar deze wordt nog behoorlijk gecompenseerd door gemakkelijkere stukken (vaak 5-6%). Net na de laatste bebouwing bij Pietra Rossa barst het feest los. Vanaf hier tot op de pas is en blijft het steil (gemiddeld 8,9%) en de eerste twee kilometer zijn de lastigste (hier ligt de steilste kilometer met een helling van 11,5%). Via een tiental haarspeldbochten werkt de smalle weg zich omhoog door het bos. Waar het bos dunner wordt, is het schitterend dankzij de uitzichten en de bloemen. Hier wordt het ook wat minder steil. Na de haarspeldbochten volgt een vier kilometer lange traverse. Aan het eind hiervan ligt een akelige, onverlichte tunnel waarin de weg steeds steiler wordt. Bij het verlaten van de tunnel ziet men de beide slotkilometers (8-10%), waarin de weg via haarspeldbochten de pas bereikt, voor zich. Het wegdek is hier beroerd maar de bergwereld prachtig, onder andere dankzij het uitzicht op de ten zuiden van Ponte di Legno gelegen Adamello (3539 meter). Vanaf de pas kijkt men in noordelijke richting naar de Ortlergroep (3905 meter), al werd dit zicht mij grotendeels ontnomen door de wolken.