De weg over de Passo dello Spluga (Splügenpass in het Duits) is al heel oud. Hij werd net als de weg over de Stelvio al in het begin van de negentiende eeuw door de Oostenrijkers aangelegd (klaar in 1822). Onder fietsers is de zuidzijde van de Passo dello Spluga niet zo bekend als de Stelvio maar ook deze klim is een echte topper. Vanwege het grote aantal hoogtemeters (1822; de Stelvio heeft er 1849), vanwege de fantastische passage tussen Campodolcino en Pianazzo (na 15-16 kilometer fietsen), waar de weg zich door middel van tunnels en 10 uiterst scherpe, elkaar snelopvolgende haarspeldbochten tegen een steile helling ophoogwerkt en vanwege de afwisseling. In Chiavenna is de vegetatie quasi-mediterraan; de laatste kilometers liggen boven de boomgrens. Ook de helling variëert steeds weer tijdens de 30 kilometer lange rit. Het steilste gedeelte is de al genoemde passage tussen Campodolcino en Pianazzo (9-10%). In totaal hellen 12 kilometer 8% of meer. In Campodolcino zijn twee korte afdalingen (samen 24 meter hoogteverlies) en langs het Lago di Montespluga, een stuwmeer kort voor de pashoogte, loopt de weg drie kilometer horizontaal.