De klim naar de Col de la Croix de Fer
vanuit het zuid-westen is een behoorlijke klus.
Hij is lang (32 kilometer),
top en voet verschillen ruim 1350 hoogtemeters
en daar komen nog eens 210 meter bij,
die men onderweg afdaalt en dus ook weer op moet.
De eerste acht kilometer zijn een makkie.
Het beklimmen van de stuwdam van het Lac de Verney is
niets vergeleken met wat er nog te wachten staat.
Als de weg naar de linkerzijde van het dal buigt,
gaat het feest echt beginnen.
De weg loop bijna recht naar het noorden
en klimt 480 meter in vijfeneenhalve kilometer.
De steilste 500-meter-intervallen hebben een helling van 10%.
In het dorp Le Rivier d'Allemond kan men op adem komen.
Daarna volgt een steile afdaling (106 hoogtemeters)
waarop het lastigste deel van de rit,
door een nauw dal (Défilé de Maupas), begint.
Deze passage telt vijf kilometer
waarvan de steilste een helling heeft van ruim 12%.
Net na de afdaling helt de weg zelfs 14% over een stuk van 250 meter.
Gemakkelijker (6%) wordt het pas als
de weg via twee haarspeldbochten naar een stuwdam klimt.
De rest van de rit verloopt door een kaal berglandschap
met hoge pieken op de achtergrond en
telt nog negen kilometer.
Echt zwaar is het niet meer, hoewel dit natuurlijk wel de bekende laatste loodjes zijn.
Er is nog een afdaling van 75 meter en
het steilste stukje (8%) ligt net voor de splitsing naat de Col du Glandon.
Vanaf de splitsing is het nog tweeeneenhalve kilometer naar de Croix de Fer.
De Col du Glandon ligt op een steenworp afstand van de splitsing.
Hij is lichter (1140
kliminspanningspunten
oftewel kip en
1422 hoogtemeters) dan de Col de la Croix de Fer
(1225 kip en 1565 meter).