De beklimming vanuit het zuiden naar de Berninapas is vrij zwaar door het hoogteverschil (1309 m) en de helling van de weg, die vrijwel zonder onderbreking 7 tot 9% bedraagt. Toch vind ik dit geen echte topper. De natuur is aardig maar niet meer dan dat, de weg is breed en vrij druk, ook met vrachtverkeer. Daarnaast ontbreken echt spannende of zeer steile passages. De steilste kilometer heeft een helling van 9,1%. De Berninapas vormt de enige verbinding tussen de Zwitserse Val di Poschiavo (Puschlav in het Duits) en de rest van Zwitserland. In de Val di Poschiavo wordt Italiaans gesproken; aan de andere kant van de pas, in het Oberengadin, Reto-Romaans en Duits. De rit begint bij de brug over de beek aan de noordzijde van Poschiavo. Na twee gemakkelijke kilometers (4-5%) begint het echte klimmen bij het verlaten van San Carlo. Op de resterende 15,5 kilometer is de helling dus bijna steeds 7-9%. Even herstellen kan bij La Rösa (op 1871 meter hoogte) en in de meestal ruime bochten.