De klim naar Kurzras (Maso Corto in het Italiaans) door het Schnalstal (Val Senales) is een flinke klus (bijna 1500 hoogtemeters). Het profiel van de weg wordt bijna steeds bepaald door het profiel van het dal en, omdat dat geen rechte lijn omhoog is, varëert de hellingshoek van de weg flink. Er zijn enkele lichte passages, waaronder de 2,5 bijna horizontale kilometers langs de Vernagt Stausee het gemakkelijkst zijn. Er zijn echter vier passages waarin de helling van de 500-meter-intervallen de 10% haalt of overschrijdt. Dat eerste twee kilometer zijn steil. Ze beginnen met een ruim één kilometer lange tunnel. Net na de tunnel wordt de 11% gehaald. De tweede en steilste van de plus-tien-procent passages komt men na acht kilometer tegen, rond de afslag naar het Pfossental. Hij is zo'n twee kilometer lang en omvat de steilste kilometer (11,7%) van de rit. Ook het stuk met haarspeldbochten voor het stuwmeer en een passage kort voor de finish halen de 10%. Boven in het Schnalstal, nabij het Hauslabjoch, is Ötzi gevonden. Zie ook het verhaal van Frank over deze klim.